Een creatieve Boogschutter die soms te veel tabbladen in haar hoofd heeft openstaan… Ik ben halverwege de maand December in het jaar 1993 geboren – vandaar de Boogschutter – en kreeg na een kleine discussie tussen mama met haar Engelse namen en papa met zijn Franse namen, een Engelse naam maar met de originele Keltische spelling. Dat laatste had ik aan papa te danken. In het begin van mijn leven heb ik mijn naam vaak vervloekt. Als kleuter heb ik uren en uren moeten oefenen om hem zelf correct te kunnen schrijven en vandaag de dag krijg ik nog steeds de vragen ‘hoe schrijf je dat?’ en ‘hoe spreek je je naam uit?’ te horen. Het heeft geduurd totdat ik Engelse les kreeg dat ik stilaan van mijn naam ben beginnen te houden en nu ben ik zelfs heel blij met mijn wat uniekere naam.
Op school waren Nederlands en Engels mijn meest favoriete vakken, wat voor mijn familie niet zo een grote verrassing was. De technische kant van talen, dat had ik nu eenmaal van papa. Het lezen kwam dan weer van mama en mijn interesse in cultuur van beide.
Naast taal en cultuur ben ik ook een echte book junkie, een geek die van series en films houd en een heuse dierenvriend. Dit laatste zorgde ervoor dat ons huis ondertussen gevuld is met een collectie van vijf harige muzen (drie honden en twee katten) die constant rond mij en mijn laptop trippelen.
Waarom schrijf je onder een pseudoniem?
Dat heeft een beetje te maken met mijn faalangst. Voor mij voelt het veiliger om als Morgan Blade te schrijven dan als Meaghann Baeken. Het hielp me ook om mijn doel – een gepubliceerde schrijver te worden – te visualiseren. Morgan Blade is de kant van mezelf van het schrijven, het dromen, het creëren. Bovendien is het ook makkelijker te schrijven dan mijn echte naam en is er ook geen verwarring over hoe je het uitspreekt. Een persoonlijk pluspunt in mijn ogen.
Schrijf je al lang en hoe is het ontstaan?
Schrijven kwam in mijn leven toen ik een jaar of tien was en er op onze school een workshop per klas werd georganiseerd voor gedichtendag. De dichteres die de workshop gaf had ons gevraagd een postkaart mee te brengen en aan de hand daarvan moesten we dan een gedicht schrijven. De gedichten die ik in die tijd schreef waren nogal kinderachtige poëzie zoals te verwachten is op die leeftijd, maar ook in mijn tienerjaren was poëzie een goede vriend. Ondertussen had ik het ook aangedurfd om mijn ouders mijn schrijfsels te laten lezen en met hun steun begon ik deel te nemen aan schrijfwedstrijden. Poëzie, kortverhalen, essays,… Enkele van die wedstrijden won ik ook, bij anderen stond ik tussen de eervolle vermeldingen.
In het midden van mijn tienerjaren ontdekte ik dan weer een Amerikaans onlineplatform waar je onder een usersname een pagina kunt aanmaken en dan kunst kunt uploaden. Tekenaars, schrijvers, schilders, photoshoppers,… Maakt niet uit of je professional of amateur bent, daar vind je een publiek. De voorbije zeven jaar heb ik me hier vooral toegelegd op het schrijven van fanfiction in het Engels. Vriendschappen werden gesmeed over het internet, ik kreeg positieve feedback op wat ik schreef en bouwde een basis uit van lezers. Zij hopen nu wel stiekem dat Muse Academy ooit wordt vertaald in het Engels aangezien ze het niet meteen zien zitten om Nederlands te gaan leren.
Nu, fanfiction is eigenlijk verhalen schrijven met een personage dat je creëert en deze dan plaatsen in een al bestaand universum zoals bijvoorbeeld Harry Potter. Hoe ongelofelijk leuk dit ook is, ergens heeft het altijd geknaagd om iets te schrijven dat in totaliteit ook echt van mezelf was. Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk ben ik gewoon gaan zitten voor mijn computer en beginnen te schrijven. En kijk, het heeft zijn vruchten afgeworpen met een contract bij Kabook.
Hoe was je jeugd?
Ik ben geboren, opgegroeid en woon nog steeds in een Belgisch boerendorpje in een straat die doodloopt. Mijn jeugd bestond vooral uit op en af diezelfde straat fietsen met mijn neven en een buurmeisje, tenten en kampen bouwen, spelletjes spelen die vooral uit onze levendige fantasie voortkwamen en occasionele ziekenhuisbezoeken. Dat laatste is helaas te danken aan mijn medisch verleden. Als baby werd er namelijk oogkanker bij me vastgesteld en toen ik dertien maanden oud was hebben ze operatief mijn linkeroog moeten verwijderen omdat het te erg was aangetast. Sindsdien draag ik een prothese en moet ik twee keer per jaar op controle. Het lijkt allemaal een gedoe maar voor mij is het eigenlijk de normaalste zaak van de wereld. Ik heb nooit beter geweten dan maar met één oog te kunnen zien en het ziekenhuis is als een vreemde tweede thuis. Met de herinnering aan kanker en mijn tijd als kind in het ziekenhuis, is mijn immuunsysteem niet altijd wat het moet zijn maar al bij al valt het goed mee. Ik heb nooit echt iets moeten missen en mijn ouders zorgden ervoor dat ik al van op jonge leeftijd wist wat er met mijn oog gebeurd was. Natuurlijk was er altijd wel één of andere bullebak die me probeerde te pesten, toch zag de meerderheid me als iemand gewoon en behandelde me ook zo. De meeste mensen vinden het zelfs cool als ik ze vertel dat ik maar één oog heb.
Hoe kwam je op het idee van deze fantasy-serie?
De setting kwam eigenlijk uit de frustratie dat er geen goede ondersteuning is op het vlak van onderwijs wanneer het over creativiteit gaat. Ik begon te denken: ‘hoe cool zou het niet zijn als er een grote internationale kunstschool zou bestaan waar ik al mijn creatieve vrienden mee naartoe zou kunnen nemen?’. Die gedachte triggerde dan weer mijn lichte obsessie met mythologie. De Griekse om precies te zijn. Want wie belichaamt nu beter het woord ‘creativiteit’ dan de negen Muzen? En zo werd Muse Academy geboren.
Met dat grote idee bleef ik rondlopen voor een jaar of drie terwijl ik hier en daar wat kleinere ideeën voor de verhaallijn en personages neerpende en toevoegde aan de map. Na enkele nogal levendige dromen over Muse Academy en de personages, besloot ik om eindelijk achter mijn laptop te kruipen en het gewoon neer te schrijven.
Waar gaat het boek over?
Het hoofdpersonage Imogen krijgt op een dag een vreemde brief die haar feliciteert met haar toelating tot een prestigieuze kunstschool op een Grieks eiland, Muse Academy. Imogen heeft echter nog nooit gehoord van deze school, laat staan dat ze zich heeft ingeschreven. Toch besluit ze om haar kans te wagen en vertrekt richting Griekenland. De link die de school lijkt te hebben met de Griekse mythologie is echter niet zomaar toeval. Imogen ontdekt al redelijk snel dat die oude verhalen veel meer zijn dan gewoon verhalen en wanneer zij en haar nieuwe vrienden deel uit blijken te maken van een eeuwenoude voorspelling, verandert hun leven compleet.
Hoe kom je aan je personages?
Hangt er van af. Soms verschijnen ze plots in mijn hoofd na een activiteit of een droom. Dan heb ik zo een duidelijk beeld van ze dat ze haast echt lijken. Ik stel dan een karakterdossier op en vanuit daar ontspringt er een idee voor een verhaallijn.
Op andere momenten heb ik de verhaallijn al, maar nog geen personages. Dan begin ik te spelen met karaktertrekken die in functie belangrijk zijn voor het verhaal. Heb ik iemand stoer nodig? Iemand die eerder boekenkennis heeft dan levenskennis? Of iemand die niet nadenkt maar gewoon doet? Zodra ik dat op papier heb, werk ik ze beetje bij beetje uit.
In het geval van Muse Academy heb ik beide methodes gebruikt. Soms gebeurt het zelfs dat terwijl ik schrijf er plots een nieuw karakter in het verhaal opduikt dat nooit gepland was. Het rare is dan dat deze ongeplande karakters klein beginnen en opeens een zeer grote rol gaan spelen in het verhaal waarop je dan denkt ‘het zou niet hetzelfde zijn zonder hen’.
Wat ik persoonlijk vooral belangrijk vind met het creëren van mijn personages is dat ze de juiste naam hebben. Ik besteed dan ook veel tijd aan het opzoeken van naambetekenissen en of ze wel passen met het karakter dat ik in gedachten heb.
Gaat het schrijven je makkelijk af?
Meestal wel, al heb ik soms zoals iedereen een dip. Writer’s block, zeg maar. Gelukkig heb ik meer dan één idee voor mogelijke verhalen, dus mijn tactiek is dan dat ik van verhaal wissel. Waarom zou je in hemelsnaam naar een blinkende cursor blijven staren zonder een woord te schrijven als je weet hoe je verder wil gaan met een ander verhaal. Schrijven mag je niet forceren want dat vind je terug in de geschreven woorden. Ze lezen minder vlot, voelen minder echt en doen daarmee afbreuk aan je verhaal. Als ik dan even verhaal A op pauze zet en verder schrijf aan verhaal B, kom ik uiteindelijk toch tot de juiste woorden of scene voor verhaal A. Een korte rustperiode kan trouwens nooit kwaad voor een verhaal want een pauze van een week of langer dwingt je om te gaan nalezen. Dan vallen er vaak fouten op die je eerder over het hoofd had gezien.
Lees je ook?
Ja, heel graag zelfs! Zowel in het Nederlands als in het Engels. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik het laatste jaar ofzo wel minder heb gelezen omdat ik zo bezig was met zelf schrijven. Ik probeer langzaam aan wel terug wat tijd in te plannen om te lezen aangezien ik ook recent een blog ben begonnen waar ik onder andere boekrecensies post. Dat gaat natuurlijk niet als ik niet lees.
Mijn liefde voor boeken en hun verhalen heb ik van mijn mama. Als kind werd ik veel voorgelezen en heb ik ook zelf voorgelezen aan mijn jongere broer. Lezen was trouwens ook altijd een handige hobby wanneer ik stil moest zitten in het ziekhuis bijvoorbeeld of het wat kalmer aan moest doen.
Wat zijn je favoriete boeken?
Dat is een hele gevaarlijke vraag want ik heb er veel. Heel veel. Het liefste lees ik Fantasy, iets wat ik ook deel met mijn mama. Harry Potter, Percy Jackson, de Inheritance boeken, de Stravaganza serie,… Zolang er maar een magisch vonkje in zit.
Qua jeugdboeken zijn vooral de verhalen van Marc de Bel, Francine Oomen en Roald Dahl me bijgebleven. Deze waren nu eenmaal het onderwerp van mijn eerste boekbesprekingen in de lagere school. Het middelbaar en het hoger onderwijs bracht me dan weer op het pad van enkele ‘verplichte’ pareltjes die ik anders nooit zou hebben gelezen. Zo had je Allemaal willen we de hemel van Els Beerten die me nogal emotioneel leeg deed aanvoelen na de laatste bladzijde en Een schitterend gebrek van Arthur Japin die me deed denken aan één van mijn meest favoriete films met Heath Ledger in de hoofdrol.
Heb je schrijftips?
Probeer dagelijks een vast aantal woorden te schrijven. Op die manier blijf je in de flow maar vordert je verhaal ook aanzienlijk wat aanmoedigend werkt. Het is ook handig als je een verhaalschema hanteert en in korte puntjes opschrijft wat je gaat laten gebeuren. Zo vergeet je nooit wat je ook alweer als volgende stap van plan was. Wat ook een goed idee is, is om een dossier aan te leggen voor je personages. Persoonlijk maak ik zo een dossier heel uitgebreid (hoe is hun karakter, hun uiterlijk, hun familie,…) en maak ik apart nog een mind map met de dingen die je het meest nodig gaat hebben in je verhaal zoals bijvoorbeeld de uiterlijke kenmerken en leeftijd. Eén blik op de mind map is dan genoeg als je ergens aan twijfelt tijdens het schrijven en voorkomt het minutenlang ploeteren in je uitgebreide dossier.
Maar de meest belangrijkste tip die ik kan geven? Heb plezier! Zodra schrijven een opdracht wordt is het best dat je even afstand neemt.
Wat zijn je toekomstplannen?
Ik ben van plan om mijn studies weer op te pikken en natuurlijk nog meer te schrijven. Mijn hoofd zit namelijk vol met concepten voor mogelijke toekomstige verhalen, en dan spreek ik niet alleen over de vijf vervolgdelen van Muse Academy. Ik ben dus nog niet uitgeschreven.